zaterdag 13 november 2010

...ik heb nog een foto nodig...
-
Komende zaterdag 27 november is het 15 jaar geleden dat Marc van Meensel zich op zijn 35ste het leven benam. Dat was toen op een maandag. Negen dagen eerder had hij nog in De Kroon in Kaulille met ons meegespeeld tijdens het 'Night of The Friends'-concert; met na afloop de gebruikelijke pint aan de toog".
-
"Marc gedroeg zich daar zoals iedereen dat van hem gewend was. Ik herinner me zijn heerlijke lach waarmee hij, zoals gewoonlijk, met een luidkeels ‘tournée generale!’ alle aanwezigen een drankje aanbood. En hij bleef tot het laatst plakken, zoals steeds".
-
"Pas later hoorde ik van Koen Maes, dat Marc eerder die avond tegen hem had gezegd:”Kom, Koen, ik heb nog een foto nodig”. Koen heeft  toen een plaatje van hem geknipt. Dat stond op het bidprentje dat we op de begrafenis van Marc kregen”.
-
...ik was alleen nog maar as...
-
“Op dinsdag belde Onkel Harry van Hertum me op mijn werk om het me te vertellen. Op dat moment ging ik zelf voor een groot deel dood. Gevoelsmatig brandde ik in één klap helemaal op. Ik was zelf alleen nog maar as".
-
"Van de rest van die dag herinner ik me slechts dat we 's avonds met het bestuur van Kempenbloei in spoedvergadering bijeenkwamen om de vraag te bespreken hoe het nu verder moest zonder Marc. Ik nam het op me om de eerste maanden de bestuursverslagen te verzorgen. Toen werd me pas duidelijk hoe ongelooflijk veel tijd hij al die jaren in Kempenbloei had gestoken".
--
'Maar voor het overige was ik aanvankelijk met verstomming geslagen. Ik geloofde het gewoon niet. En ik was niet de enige. Het gonsde meteen van allerlei vragen rond zijn dood. Maar het duurde wel 8 weken voordat in gesprekken openlijk het woord zelfdoding viel”.
-
...ik keek meteen enorm tegen hem op...--
-
“Ik zag Marc voor het eerst toen ik op mijn 13de op de repetitie van de fanfare Kempenbloei mee begon te drummen. Hij, zijn vader en zijn 2 broers speelden alle vier saxofoon. Marc was 17 in die tijd, bijna 2 meter lang, goed gebouwd, had een goed voorkomen en was de oudste van de 8 jeugdleden. Met mijn 1 meter 35 keek ik meteen enorm tegen hem op".
-
“Een jaar eerder was ik bij de drumband van Kempenbloei gegaan, op aanraden van de vrijer van mijn zus.  Die was daar dirigent en gaf mij mijn eerste trommel. Bij ons thuis in Achel oefende ik daarmee op de rand van mijn bed, met die trommel schuin omhoog tussen mijn knieën en voeten".
-
"Dat trommelen vond ik al snel zo leuk, dat ik mijn eigen drumstel fabriceerde. Dat hing met dozen en deksels aan elkaar, met van die brede, rode weck-elastieken er omheen. Een onderstel van een taboeretje deed dienst als cymbaal. Een half jaar heb ik daar op gespeeld”.
-
-
“Onkel Harry van Hertum zag dat allemaal zo’n beetje aan. Hij speelde zelf geen instrument, maar zat al jaren in het bestuur van Kempenbloei. Op een gegeven moment zei hij tegen me, dat de fanfare dringend nood aan slagwerkers had. Een jeugdfanfare hadden we nog niet in die tijd. Dus ging ik in 1977 naast het trommelkorps ook bij de fanfare". 
-
"Na de repetities trokken de muzikanten naar De Klok, recht tegenover de kerk. Dat was het stamcafé. Marc zijn ouders baatten dat uit. Van links tot rechts hing er over de hele wand een rek waar je niet omheen kon kijken; met op een lat de tekst: 'Trofeeën van de Koninklijke Fanfare Kempenbloei'. Die was er zo op geschilderd dat het boekdelen sprak".
-

-
“Op mijn 14de proefde ik voor het eerst bier. Dat wilde ik al een tijd. Na de eerste slok dacht ik: ‘dju, wat smaakt dat vies!’ Marc riep:”Geef dat menneke ook nog een pintje”. Maar toen hij mijn gezicht zag, veranderde hij zijn bestelling:”Nee, geef hem toch maar een kivela om te beginnen!” Dat smaakte me wel. Dus dronk ik een half jaar bier met witte limonade voordat ik overstapte op het echte mannenwerk”.
-
..droegen ze me op hun schouders door de zaal...
-
“Bij de fanfare werd het slagwerk destijds nog over 3 partijen verdeeld: de grosse caisse, de kleine trom en de cymbalier. Kempenbloei was de eerste fanfare die een compleet drumstel aanschafte. Mijn eerste drumsolo in de vorm van een vrije improvisatie speelde ik met  'Choral and Rock-Out'. Dat werk was netjes uitgeschreven met een echte rock-beat".
-
"Nadat we dat voor het eerst hadden gerepeteerd, deed mijn drumgeweld de koppen van alle muzikanten keren. En na de eerste uitvoering droegen ze me op hun schouders door de zaal".
-
...een vrouw kost alleen maar geld...
-
“Als we ergens moesten optreden, reed ik altijd met Marc en zijn broer Toon in hun familiekever mee. We reisden er heel Limburg mee rond, soms met 4 man op de achterbank en dan ook nog eens 2 serieuze instrumentenkoffers op onze schoot. Dat wagentje is echt helemaal opgereden tot het een Flintstone-auto was".
-
"Marc was een levensgenieter tot en met. Als het even kon, legden we op de terugweg nog even aan bij Het Eeuwig Lempke in Opitter. Daar werden we als vorsten ontvangen. Marc bestelde er voor zichzelf steevast 2 porties mosselen".
-
"Hij gunde zich echter geen moment tijd voor een vrouw. ”Dat kost alleen maar geld”, grapte hij. Terwijl ik nooit iemand heb gekend die zo vrijgevig was als hij. Overal waar we kwamen, ontfermde hij zich over de rekening. Kleine mannen hoefden van hem geen frank te betalen”.
-
...kloppen ze je met geen hout meer weg...
-
Op mijn 17de richtte ik met 2 maten een eigen blues-rock band op, 'Bick Dick and his Bluesy Twins'. Daarin speelde ik op een bongo, een trommeltje en een hi-hat. We konden al onze spullen nauwelijks op onze fietsen laden".
-
"Op mijn 18de verhuisde ik naar Leuven om te studeren voor sociaal assistent, met als specialisatie juridisch vakbondswerk. Ik ben daar tot mijn 25ste gebleven. In die jaren had ik geen enkele band met Kempenbloei meer en verloor ik ook Marc uit het oog".
-
"Maar nadat ik, na een verloren liefde, Leuven in 1989 achter me liet en weer thuis introk, werd ik opnieuw lid van drumband en de fanfare. Als je eenmaal de smaak in Achel te pakken hebt, dan kloppen ze je daar met geen hout meer weg”.
-
...ik wist niet wat ik zag...

“Daar trof ik ook Marc weer. Ik wist niet wat ik zag. Vanaf zijn 20ste was hij al geweldig gaan uitzetten".

"Na mijn terugkeer trokken Marc en ik veel met elkaar op. Ze noemden ons al snel De Dikke en De Dunne".
-
"We trokken een tijdlang eens per week naar Eksel om ook daar met de fanfare mee te spelen. De repetities vonden plaats in de gemeentelijke sportzaal. Daar dronken we na afloop een paar pinten aan een ton bier op wielen. Die waren onder die ton gezet zodat die na afloop makkelijk uit het zicht kon worden gereden. De plaatselijke scholen hadden die zaal namelijk ook in gebruik. Na de repetities nam Marc ons steeds mee naar het frituurbarakje van Paula. Dat lag op een steenworp van de sportzaal. Marc at daar altijd minimaal drie snacks bij zijn grote friet met mayonaise”.
-
-
“Maar goed: de drumband vaardigde mij vrijwel onmiddellijk na mijn terugkeer af als lid binnen het algemeen bestuur van Kempenbloei. Daar zat Marc ook in, als secretaris".
-
"Vanuit die functie was hij onder meer de motor achter de Vriendenkring Kempenbloei. Dat was een sociaal netwerk voor zo’n 20 mensen die om uiteenlopende redenen niet meer met ons mee konden musiceren. Ze boden als vrijwilliger de helpende hand; hielpen zonodig om tenten op te zetten, maar sprongen ook als lassers bij. Marc gaf er voortdurend blijk van hoezeer hij ze waardeerde en liet hen helemaal de vrije hand. Hij zorgde voor hen als een herder voor zijn verloren schapen”.
-
...een voeler, een denker en een doener...
-
“Ik leerde Marc kennen als een voeler, een denker en een doener met vooral een visie op de jeugd. De muziekschool van Achel was naar Neerpelt verhuisd omdat er te weinig leerlingen startten in het eerste jaar notenleer. De drempel voor kinderen uit Achel was daarmee nog hoger komen te liggen dan die al was. De toestroming van nieuwe jeugdige muzikanten dreigde stil te vallen. Marc gooide zijn gewicht in de schaal en startte met een muziekschool-nieuwe–stijl".
-
-
“Ons voornaamste probleem was: op de muziekschool konden kinderen zich pas vanaf hun 9de inschrijven, terwijl ze al op hun 6de op de voetbalclub terecht konden. De meeste bestuursleden gingen er vanuit: daar valt niets tegen te doen. Marc zag daar echter juist een uitdaging in:”Als ge die mennekes wilt temmen, dan moet ge ze uit hun kot halen. Muzikanten kun je van de vreemde halen, bij andere verenigingen, of je maakt ze zelf”.
-
...daar moet de kar naar toe...
-
“Détails interesseerden hem verder niet. Hij had alleen maar oog voor de grote lijnen. “Een muziekschool-nieuwe-stijl, daar moet de kar naar toe”, zei hij,”we moeten nu op korte termijn iets in gang zetten wat doorwerkt op de lange termijn. We zullen duidelijk moeten maken dat muziek veel meer is dan alleen maar notenleer. Door de aandacht te vestigen op concertreisjes, concoursen en solistenwedstrijden”. 

"Hij kreeg alle bestuursleden zover dat ze persoonlijke bezoeken gingen brengen aan zo'n 70 Achelse gezinnen met kinderen van 8 jaar. We kregen net genoeg nieuwe leerlingen bij elkaar om in elk geval weer met een eerste klas notenleer te beginnen en zo ging de muziekschool opnieuw in Achel van start".
-
...jij en ik gaan dat dus anders doen...
-
"Marc nam mij apart:”Jij en ik gaan dat dus anders doen". Hij stelde me voor om de huisbezoeken het jaar daarop onder ons tweeën op te delen".
- 
-
“Op weg naar ons eerste adres zei Marc:”Iefke, wij gaan de mensen voer op hun bord geven dat lekker smaakt. We gaan ze overdonderen met het positieve. Werving mag best een beetje theatraal zijn en ik zal je nu gaan voordoen wat ik daaronder versta”.
-
...ik ben al 1000 jaar muzikant...
-
“Er deed een jongetje open dat precies in onze doelgroep paste. Marc zei:”Dag jongen. Wij zijn op zoek naar muzikanten. Zeg dat maar tegen je moeder”. Dat jochie draaide zich om, liep de huiskamer in en daar hoorden we hem stomverbaasd zeggen:”Mam, ze komen hier voor een muzikant?!”
-
"Even later stond Mams met opgetrokken wenkbrauwen in de deuropening, met haar zoontje er nieuwsgierig naast. “Dag mevrouw”, zei Marc, “wij zoeken leerlingen voor de muziekschool”. Mevrouw kreeg meteen zoiets van praat me d’r niet van:“Daar heb ik vroeger zelf nog op gezeten. Maar daar kregen we alleen maar notenleer. Dat was zo ontzettend saai dat ik het snel voor gezien hield”.

“Groot gelijk, mevrouw”, veerde Marc mee, ”dat was destijds eigenlijk ook te dom voor woorden. Gelukkig pakt de nieuwe muziekschool dat totaal anders aan en dat maakt het voor de kinderen wel zo plezierig”. Daar keek de moeder even van op, maar ze had nog een verdedigingslinie achter de hand:”Mijn zoontje heeft het al heel druk met voetbal”.
-
...de moeder kreeg iets hulpeloos...
-
"Ook voor dat argument week Marc geen stap. Hij keek de jongen aan en zei:”Er zijn alleen lessen op de muziekschool als er geen voetbal is”.

"De moeder kreeg iets hulpeloos nu ook haar tweede bezwaar nergens meer op sloeg. ”Mogen we misschien heel even bij u binnenkomen?’, drukte Marc minzaam door, “dan leggen wij u graag uit waarom al die kinderen het tegenwoordig zo leuk vinden op de muziekschool-nieuwe-stijl”. De moeder bezweek, deed een stap achteruit en verwelkomde ons”.


-
“Eenmaal aan tafel concentreerde Marc zich alleen nog maar op dat jochie. Hij schakelde over van schools naar plat-Limburgs toen hij vaderlijk sprak:”Jongen, ga jij hier nu eens zitten. Dan zal ik jou eens wat vertellen”. Hij haalde adem of ie een duik in het diepe ging nemen, boog voorover naar dat kind en zei:”Weet jij dat ik al bijna 1000 jaar muzikant ben?”
-
"Het kind hing nu echt aan zijn lippen. Dus deed Marc er triomfantelijk nog een schep bovenop:“En weet je ook, dat ik daar in al die 1000 jaar nog nooit een seconde spijt van heb gehad?”
-
"Nadat ook die ontboezeming zichtbaar in de kinderziel was geland,  schakelde Marc door naar het rijk der gemengde gevoelens:”En in al die 1000 jaar ben ik nog nooit tegen mijn poten geschopt of heeft er ook nog nooit iemand met de punt van zijn schoenen mijn knieën of schenen geraakt”.
-
...verlost van de angst voor geweld op het voetbalveld...
-
“Met een zuchtje van verlichting zag het kind zich verlost van zijn angst voor geweld op het voetbalveld. Voor alle zekerheid werkte Marc ook de mogelijke concurrentie van het volleybal maar alvast het raam uit:”Ik heb in al die 1000 jaar zelfs geen enkele keer met een gekneusde pols of schouder gelopen”.
-
“Marc boog zich nog wat meer naar het kind toe en vroeg op een toon die heel veel moois beloofde:”Jongen, heb jij eigenlijk wel eens een echt muziekinstrument van dichtbij gezien?” Het kind stond nu helemaal open voor alles wat er nog op mocht volgen. Marc rechtte zijn reuzenrug en galmde trots:”Ik ben laatst nog met mijn instrument op de teevee geweest!”.
-
"Terwijl de mond van het jochie openviel, betrok Marc mij erbij:”Iefke, hoe lang zijt gij nu al muzikant? En vertelt u deze jongen dan ook maar meteen wat er met u gebeurde toen u achter uw eerste drumstel kroop”.
-
...de tranen sprongen me in de ogen..."
-
"Nu keek het jochie mij met grote ogen vol verwachting aan. Ik zei:”De tranen sprongen me op dat moment in mijn ogen. Daar is geen woord gelogen bij en dat zal ik nooit meer vergeten. Ook al is dat bij mij toch ook al bijna 1000 jaar geleden”.

“Zonder een seconde te verspillen plantte Marc de liefde voor het muzikantenleven voorgoed tussen de rood aangelopen kinderoortjes:”Jongen, toen dat met deze slagwerker gebeurde, was hij net zo oud als u nu”.
-
"Het jochie juichte meteen:”Mam, mag ik dat ook gaan doen?!” Mam aarzelde nog om zich helemaal gewonnen te geven. Dus verloste Marc haar nog even van het laatste restje van haar muziekschooltrauma uit haar jonge jaren:”O ja, jongen, tegenwoordig kun je al na 1 jaar notenleer kiezen op welk instrument je de rest van je leven het allerliefst wil gaan spelen”. Daarna kon de vrouw niet langer over haar hart kon verkrijgen om haar zoon de toegang tot de muziekschool te weigeren".
-
"Eenmaal weer buiten constateerde Marc tevreden:”Zo Iefke, we hebben er weer een muzikant bij”. En hij voegde er aan toe:””Als ge de schoonmoeder mee hebt, dan kunde de dochter henniger (gemakkelijker) kriegen”.
-
...wat maakt gij die kinderen wijs?...
-
"Deze aanpak was een schot in de roos. We pikten al snel steeds meer mannekes van 8 en 9 bij de voetbal weg.We scoorden het 2de jaar bij 40% van de gezinnen, goed voor 26 nieuwe kandidaten voor de notenleer-klas. Vanaf het 3de jaar heb ik in mijn eentje alle huisbezoeken afgewerkt. Met een score rond de 30% jaarlijks, kregen we een boost van nieuwe geschoolde muzikanten bij de fanfare. Dat deed Marc besluiten om een jeugdfanfare op te richten".
---
"Onze muziekschool groeide werkelijk explosief in die tijd. De klassen werden zo groot dat ze die in tweeën moesten splitsen. En dat zorgde voor een sneeuwbal-effect. De voorzitter van de voetbalvereniging kwam zich daarover beklagen:”Marc van Meensel, wat maakt gij die kinderen wijs? Tot voor kort had ik nog 4 of 5 elftallen voor junioren en nu nog maar 1!” Marc zei alleen maar:”We’ve been through this before”.
-

-
“Van de 10 kinderen die aan de oude muziekschool begonnen, haalden er gemiddeld slechts 2 de eindstreep. Zelf was ik er ooit samen met 15 andere kinderen naar toe gegaan. Ik bleef als enige over. Op de muziekschool-nieuwe-stijl haakte er maar 1 op de 10 kinderen af. En wanneer dat zich voordeed - of zelfs maar dreigde te gebeuren - dan gingen Marc en ik meteen op bezoek. Hij prentte me in, dat we altijd attent moesten blijven:”Nooit de wagen zomaar de berg af laten rollen, Iefke. Over een molshoop kan je een wiel breken”. Sommige kinderen hielpen we er doorheen door te zorgen dat ze privé-les van een van onze muzikanten kregen”.
-
...het mooiste jaar van mijn leven...
-
"De snelle groei van de muziekschool bracht Marc op het idee om samen met Koen Maes de jeugdfanfare op te zetten, als een springplank naar het grotere werk. Marc zei daarvan:”Dan kan het wonder van de muziek nog meer wortelen bij de jeugd”. Dat is goed gelukt: bij de repetities van de jeugdfanfare zitten de kinderen tegenwoordig al een kwartier van tevoren klaar op hun stoel".
-
“In 1991 zat ik 8 maanden zonder werk. Ik was met een keurige afvloeiingsregeling opgestapt bij mijn toenmalige werkgever toen die failliet dreigde te gaan. Dat leverde het mooiste jaar van mijn leven op. Marc en ik bezochten nagenoeg elk concert. En vrijwel iedere avond zat ik het hem aan de keukentafel bij Anneke, zijn ma”.
-
"In dat jaar waren alle muzikanten en bestuursleden dringend aan nieuwe uniformen toe, zo'n 65 in totaal. Daarmee stond Kempenbloei als vereniging voor een uitgavepost van 800.000 Belgische franken. Marc richtte een uniformfonds op. Daarin konden sympathisanten geld storten om de kosten te dekken".
 -
-
"Daar aan de keukentafel bij Moeder Anneke ontstond het idee om Trekker Trek naar Achel te halen. Daar bleek een startkapitaal voor nodig te zijn van 91.000 franken. Marc haalde het leeuwendeel daar van op onder de klanten van zijn verzekeringskantoor en ik haalde de rest bij elkaar door brutaalweg de klanten aan te schrijven van mijn ex-baas. Veertien dagen later legden we getekende toezeggingen voor in totaal 100.000 franken aan de voorzitter voor. Die zei alleen maar:”Hoe doe ge dat, hoe doe ge dat?”. Trekker Trek trok meer dan 3000 toeschouwers en spekte de kas voldoende om vrijwel alle uniformen te vervangen".
-
“Na ons zoveelste 'après-concèrt' keerden we vaak in het holst van de nacht of zelfs tegen het ochtendgloren in de keuken van Anneke terug. Die lag dan veelal aan de keukentafel te slapen, met de tv nog aan. Als ze de sleutel in het slot hoorde draaien, mompelde ze  slaapdronken naar ons:”Zijde gij dè, Marcske?” Hij antwoordde dan:”Tuurlijk moeke, wie denke anders, verwacht ge nog iemand?!' Waarop zij antwoordde:”Dan is 't goe, jongen”.
-
...tegen de flauwigheid...
-
“Anneke maakte altijd gedegen Vlaamse kost. Marc zijn lievelingseten was poètestomp (wortelpuree) met steevast twee koteletten en pickels. Bij een doorsnee-gezin staat er een potje pickles van 300 milliliter op tafel; bij de Van Meensels was dat een pot van 1 liter. Marc vond dit ‘njamie-njamie hartelijk' en een goeie remedie tegen de 'flauwigheid”.
-
"Vanaf oktober stond er geregeld wild bij de Van Meensels op tafel. Dat kwam van buurman 'Jacky van de smeet', de zoon van Giel de dorpssmit. Die had een jachtvergunning en was zelf ook een ex-muzikant, op ventieltrombone. Op haar stoofke maakte Moeder Annekee dan konijntjes 'rot-murw' met bruine pruimen, donkere rozijnen en een drupke bruine trappist. Zonder te pinken werkte Marc in zijn eentje zo'n heel konijn naar binnen”.
-'
-
“En ook wanneer we er met Kempenbloei op uit trokken, stond Marc er altijd op om na afloop kostelijk te eten. Na een play-in in Libramont hebben we met 36 man een hele frituur compleet leeg gegeten. Na zijn 4de snack en zijn 2e portie friet zei Marc tegen de mevrouw van de frituur dat hij eigenlijk nog best trek in een paar koteletjes had. Die mevrouw kieperde toen 3 koteletten uit haar eigen koelkast in het frituurvet voor hem".
-
"Ja, Marc kon veel verdragen. Hij leefde niet gezond, woog op het laatst 140 kilo, maar de muziek hield hem jong”.
-
“In 1996 verhuisde ik naar Kleine Brogel, samen met mijn Daniëlle. Ook haar trof ik binnen Kempenbloei. Ze speelde trompet, samen met haar zus Christiane. Nadat ik anderhalf jaar had gerouwd om de liefde die ik in Leuven had verloren, was de goesting bij mij weer terug en sloeg de vonk tussen ons over”.
-
--
“In 2000 werd Stiene geboren, onze eerste dochter. Mijn vrouw en ik zijn toen om beurten  naar de repetities van de fanfare onder leiding van Ivan blijven gaan om in elk geval nog allebei aan het wereldkampioenschap in 2001 mee te kunnen doen".
-
"In 2002 kwam ons tweede meisje ter wereld, Elies. Met heel veel spijt in het hart heb ik toen de fanfare achter me gelaten. Maar de kracht van een muzikant wordt ook door zijn huishouden bepaald. Ik ben bij  de drumband gebleven en speel als 'Steve The Face' in The New Fools die ik samen met Ben Schuurmans in 1981 heb opgericht. Daarmee touren we nog steeds als Bob Dylan Tribute Band".
--
...muzikaal gezien raakt de boom nooit leeg...
-
“Met The New Fools repeteren we iedere vrijdag en treden we eens per maand op, meestal in bruine café’s, maar tijdens Open Air Neerpelt hebben we ook in het voorprogramma van The Golden Earring gestaan. En één keer per jaar spelen we in het buitenland. We hebben in Berlijn op de planken gestaan en 2 keer in Ierland".

"Daniëlle is deze zomer met Kempenbloei meegegaan naar Madrid. Ook speelt ze nog altijd als vaste trompettiste mee in de fanfares van Achel, Kleine Brogel en Eksel en als dat nodig is, springt ze in Neerglabbeek en Lommel bij".
-
"Dat kun je als echtgenoot alleen maar begrijpen wanneer je zelf ook muziek maakt. Muzikaal gezien raakt de boom nooit leeg; zij kent geen seizoenen, staat steeds in bloei en draagt het hele jaar door heerlijke vruchten". 
-
"Maar het meest van alles doet het Daniëlle en mij deugd wanneer we Stiene en Elies met veel plezier naar de muziekschool zien gaan”.
-
...wat een magisch moment..!
-
“De werving van jeugdleden wordt nu door Steven Schuurmans gedaan die dat terecht helemaal op zijn eigen manier doet. En ook zijn aanpak werkt effectief en productief. Steven is zelf muzikant, maar kan als leraar ook heel goed in de huid van de ouders kruipen".
-
"Het is nog altijd zo, dat kinderen al op hun 6de bij de voetbal kunnen en pas in hun 3de studiejaar bij de fanfare. Steven is in dat gat gedoken met de pré-muziekschool. Daar kunnen de kleintjes op een ludieke manier kennismaken met de muziek. Wat een magisch moment wanneer je als een kleine gast van 6 achter een echt drumstel plaats mag nemen!”.
-

-
“Ik heb Marc leren waarderen als een fijngevoelig, zacht mens met een droge humor en een krachtige uitstraling. Als hij sprak, werd dat opgemerkt. Hij kon uitstekend relativeren en was door en door vergevingsgezind. Wanneer hij over een kwestie zei:”Zand erover”, dan sprak hij er met geen woord meer over. Ik heb hem ook nooit uit zijn vel zien springen of met stemverheffing horen praten. Toch kon hij mensen heel goed op hun nummer zetten. Maar als hij weerwoord gaf, deed hij dat meestal met een kwinkslag".
-
"Bij vlagen kon hij echter ook hard en autoritair zijn. Dat bleek in 1995. Marc zag de fanfare in zijn ontwikkeling stagneren. “Er moet een nieuwe dirigent komen”, concludeerde hij. Dat lag uiterst gevoelig. De bestaande dirigent, Luc Beckers, was er 15 jaar lang in geslaagd om de lat steeds hoger te leggen, maar daar leek de rek uit. Marc bleef onverbiddellijk :”We moeten er een streep onder trekken”. Dat nam niet iedereen hem in dank af”.
-
-
"Het zal altijd een raadsel blijven waarom Marc zo vroegtijdig koos voor de dood. Ik heb niet meebeleefd hoe hij ermee omging toen zijn vader en zijn oudere broer Rémy overleden. Moeder Anneke stierf 5 maanden voordat Marc een eind aan zijn eigen leven maakte. In de week die volgde op haar begrafenis zat ik alleen met hem aan de keukentafel. Echt wenen deed hij niet, maar ik zag wel dat zijn ogen op overlopen stonden. Hij nam het vod dat steeds rond de hengsel van de waterketel was gedraaid om je handen niet te verbranden bij het inschenken van de koffie. Met dat vod veegde hij zijn ogen af terwijl hij alleen maar zei ''Miserie".
-
"Ik kan ook niet zeggen dat Marc in diepe rouw verzonken was na de dood van zijn moeder. Ik denk dat zijn werk en zijn drukke agenda bij diverse muziekgezelschappen hem de realiteit deden ontvluchten. Anneke zou trouwens niets anders hebben gewild dan dat hij gewoon met alles verder zou gaan".
-
"Met Allerheiligen ga ik elk jaar naar zijn graf. Daar ligt een sopraansax op zijn gedenksteen. Dat is heel toepasselijk, want niet alleen in mijn herinnering leeft Marc vooral voort als een unieke saxofonist. Hij bespeelde dat instrument als geen ander. Uit zijn sax kwamen geen klanken, maar liefde. Zelf zei hij daarvan:”Als je aan de andere kant staat, moet je gestreeld worden”.
-
...zijn bidprentje draag ik nog altijd bij me...
-
"Koen, hij en ik hebben 6 jaar lang de play-in 'De Dag der Saxen' georganiseerd. Daarmee trokken we volk van over gans Vlaanderen. Zo'n 60  saxofonisten  musiceerden in  3 groepen, al naar gelang hun niveau. De Dag der Saxen, die gepland stond op 2 december 1995, verschoven we naar 13 januari 1996. Het slotconcert van die dag droegen we op ter nagedachtenis aan Marc".
--
"Daar op de begraafplaats heb ik de eerste jaren nog echt lelijk tegen hem staan doen. Mijn boosheid is nu wel geweken. Maar ik mis ik hem nog iedere dag. Hij was als een grote broer voor mij. Zijn bidprentje draag ik dagelijks op mijn hart".

"Ik zal hem altijd blijven eren voor wat hij voor Kempenbloei en voor mij heeft betekend. Veel verenigingen hebben ideeën van Marc overgenomen". 
-
...weet je wat mij wel wat lijkt...?
-
"Weet je wat mij wel wat lijkt? 'Kempenbloei in Concert: A Tribute To Marc Van Meensel'. Wat mij betreft zouden we ons jaarlijkse lenteconcert toepasselijk invullen wanneer alle geledingen van Kempenbloei samen onder die vlag een eerbetoon aan hem brengen".
-
"Op 31 maart 2011 is het 51 jaar geleden dat hij geboren werd. Dat lijkt mij een mooi moment om aan te geven dat we weer een nieuwe ontwikkelingsfase ingaan”.
-
-
Epiloog
-
Voor deze bestoefing leverde René Winters de foto's van Marc van Meensel, op het bidprentje na. Hij noteerde:
-
"Ik kwam die dag met de auto over de Generaal Dempseylaan. Ik zat in de auto van het hoofd van de personeelsdienst van het bedrijf waar ik werkte. Ik moest dringend foto's maken voor het werk en reed naar Achel om thuis mijn fototas op te halen. Ik was toen freelance-journalist en als ze op het werk vroegen om foto's te maken, deed ik dat er dan maar bij.
-
Terwijl ik passeerde zag ik Marc iets in de brievenbus stoppen op de hoek van de Mortel-Generaal Demspeylaan. Hij leek me heel gewoon. Het was een droge maar grijze novemberdag om 11.30 uur.
-
Het deed me toch heel wat toen ik later vernam wat er allemaal gebeurd was. Mogelijk was ik wel de laatste die hem in leven zag. Hij heeft mij toen niet gezien. Hij heeft zich 10 minuten later  in Lommel-Kolonie tegen een brugpijler van de Noord-Zuid te pletter gereden. Het was toen wel even schrikken toen ik het ongeval vernam. En toen ik hoorde op welke wijze, had ik meteen in de gaten dat de brieven dan afscheidsbrieven waren.
-
Ik vond Marc een beste kerel. Hij wou te goed zijn voor iedereen. Hij gaf veel zomaar weg, trakteerde heel veel. En misschien is zoveel goedheid zijn ongeluk geworden en heeft hij daarom voor het hiernamaals gekozen".
-
Waarvan akte.
-
© 15 november 2010, rob kuil, vofpzb

Geen opmerkingen:

Een reactie posten